Achtergrondinformatie
Bloom
Benjamin Bloom (1913-1999) was een Amerikaanse psycholoog en heeft inzicht gegeven hoe verschillende denkniveaus in elkaar zitten. Dit model, de taxonomie van Bloom, onderscheidt 6 denkniveaus.
De eerste drie niveaus (onthouden, begrijpen en toepassen) worden het meest gebruikt in het basisonderwijs. Voor hoogbegaafde kinderen zijn deze denkniveaus te eenvoudig. Zij hebben behoefte aan de drie hogere denkniveaus ( analyseren, evalueren en creëren).
Opdrachten die hierop aansluiten doen een beroep op ‘het hogere orde-denken’. Deze opdrachten stimuleren:
- verder en kritisch nadenken
- het probleemoplossend denkvermogen
- reflectie en discussie
- zelfonderzoekend en zelfontdekkend op zoek te gaan naar informatie
Gardner
Howard Gardner (1943) is een Amerikaanse psycholoog, die vooral om zijn meervoudige intelligentietheorie bekend is geworden. Volgens Gardner betekent intelligent; de bekwaamheid om te leren, om problemen op te lossen. Dit kan volgens hem op verschillende manieren. Elk kind is intelligent op zijn eigen specifieke manier.
Hij onderscheidt acht intelligenties:
1. verbaal-linguïstische intelligentie
2. logisch-mathematische intelligentie
3. visueel-ruimtelijke intelligentie
4. muzikaal-ritmische intelligentie
5. lichamelijke-kinesthetische intelligentie
6. interpersoonlijke intelligentie
7. intrapersoonlijke intelligentie
8. natuurgerichte intelligentie
TASC-model
Het TASC-model van Wallace (2002) geeft goede richtlijnen om vaste werkstructuren aan te leren. Het TASC-model, Thinking Actively in a Social Context, organiseert in 8 stappen het denk- en werkproces van de kinderen. Tijdens elke fase gaan de kinderen met elkaar in gesprek en leren op deze manier met en van elkaar. Daarnaast wordt het reflecteren op het eigen handelen en leren gestimuleerd (Van Gerven 2008, www.slimeducatief.nl).
De leerlingen doorlopen de volgende 8 stappen:
1. Wat weten we er al van?
2. Wat willen we bereiken?
3. Welke manieren zijn er?
4. Welke idee is het beste?
5. Doen en hoe gaat het?
6. Hoe is het gegaan?
7. We vertellen het aan anderen
8. Wat hebben we geleerd?
Tijdens het onderdeel projecttijd in de verrijkingsgroep wordt gebruik gemaakt van bovenstaande theorieën. Op deze manier wordt de ontwikkeling van het kind zo breed mogelijk gestimuleerd.